'De oude beuk'
Met de zon in mijn rug stap ik ‘s ochtends langs de 110-jarige beuk het tuinpad op. De beukennootjes kraken onder mijn hakken als ik langzaam naar de charmante voordeur van deze twee-onder-een-kapper, van de architect Th. W.M. Sluijs uit Voorschoten, beweeg. Het verwondert me hoe imposant het huis op me overkomt, robuust en groot, maar tegelijkertijd heel vriendelijk en aangenaam.
Alle ideeën die buiten door mijn hoofd gingen, worden binnen bevestigd. De eigentijdse indeling van de living is doordacht en de centraal geplaatste openhaard op het eikenparket lijkt me een heerlijke plek om met een boek en een goed glas wijn neer te ploffen. Als vanzelf word ik naar de achterkant van het huis getrokken. Het licht is echt prachtig. Het volle groen van de riante westelijke achtertuin ontneemt me even de adem als ik vanuit de keuken het terras oploop. De perenboom op leeftijd, het zachte gras, de rijke beplanting, het geluid van het koerende tortelduifje op de dakrand van de garage, wat voelt het hier fijn.
Altijd wanneer ik alleen in huizen ben, speuren mijn ogen automatisch naar details, naar kleine opvallende dingen of soms juist grote gebaren. Een enigszins gedateerde badkamer deert me niet. Maar dat alle drie de slaapkamers op de eerste etage toegang hebben tot een buitenruimte is zo’n heerlijk detail. Ik moet denken aan wapperende gordijnen, een zomers briesje, een kopje koffie in bed. Ik dwaal langs de hoge ruitjes op de zolder, langs de extra wastafel en de vaste kasten op de grote overloop naar de ruime kamer onder de schuine kanten van het dak. Ik kan me voorstellen hoe gezellig het hier klinkt als de regen zacht tegen de dakpannen tikt.
Maar vandaag regent het niet. Sterker nog, de zon verblindt me enigszins als ik de voordeur achter me dichttrek. Ik kijk nog één keer om, met een grote glimlach op mijn gezicht, wat een heerlijk huis is dit. Gelukkig kijk ik net op tijd weer voor me, de bejaarde beuk staat nog gewoon aan het begin van het tuinpad…